Gin
Voor gin heb je 2 ingrediënten nodig: botanicals en pure neutrale alcohol. En botanicals zijn alles dat plantaardig en distilleer baar is. Denk aan bloemen, zaden, wortels en kruiden. Hoofdbestanddeel van deze botanicals zijn altijd jeneverbessen die de gin die typische smaak geven. Als alcohol gebruik je een graanalcohol, een soort vodka. Inderdaad, gin is dus eigenlijk gewoon vodka met een typische smaak.
In het 17e-eeuwse Nederland werd jenever al gebruikt als medicijn tegen maagklachten en galstenen. Als snel ontdekten Engelse soldaten deze drank, namen het mee naar Engeland en verbasterden het tot gin, inclusief eigen distilleermethode. Het sterke drankje viel in de smaak bij de Engelsen en is sindsdien overal ter wereld enorm populair.
WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN GIN EN JENEVER?
Het verschil tussen gin en jenever, zit hem in het gebruik van verschillende granen. Jenever wordt gemaakt van drie verschillende granen, die in koperen ketels zijn gedistilleerd tot een laag alcoholpercentage. Het resultaat hiervan is een moutdistillaat (van origine heette het moutwijn). Dit moutdistillaat is zeer zacht van smaak. Gin wordt meestal gemaakt van één soort graan en wordt gedistilleerd in een kolom still tot een alcoholpercentage van 96%. Hierdoor krijgt gin en neutralere, minder granige smaak dan jenever. Tevens wordt er naar verhouding meer jeneverbes toegevoegd in gin, wat het bekende scherpe randje geeft.