Centraal -Griekenland
Centraal-Griekenland is de grootste geografische regio van het land. Het omvat het zuidelijke deel van het Griekse vasteland en het eiland Evia in het oosten. Centraal-Griekenland ligt ten noorden van de Peloponnesos en ten zuiden van Thessalië en Epirus, grenzend aan de Egeïsche Zee in het oosten, de Ionische Zee in het westen en de Golf van Korinthe in het zuiden. Het klimaat is gematigd langs de kustlijnen en droog in het binnenland. De regio behoort tot de meest bergachtige regio's van het land en beslaat 59% van de oppervlakte. Semi-bergachtig land maakt 19% uit, terwijl de overige 22% op vlaktes ligt (de meeste in het oostelijke deel van de regio). Er is ruim 21.000 hectare wijngaard, goed voor 28% van de totale Griekse wijngaard.
Het klimaat is mediterraan, met zware continentale invloeden van de uitgestrekte bergtoppen die meer dan 2.000 meter hoog kunnen zijn. Centraal-Griekenland is de thuisbasis van vijf van de grootste meren van Griekenland en samen met de rivieren die door de bergen stromen; ze creëren een aantal unieke mesoklimaten tussen de bergmassa's.
De winters zijn streng en de zomers zijn heet in deze regio. De meeste wijnstokken worden geplant op de hellingen van bergen die tot aan de hemel reiken. Dit blijkt gunstig tijdens de hete zomermaanden: de wind die vanuit de bergen naar beneden waait, zorgt voor een verkoelend effect op de wijnstokken, terwijl de nabijheid van de zee een broodnodige zeebries in de wijngaarden brengt.
De bodemvariatie is net zo complex en breed als de mesoklimaten, waardoor er talloze locaties ontstaan die geschikt zijn voor de wijnbouw.